De St. Barbara is in 1918 in gebruik genomen, nadat er jaren door de Hilversumse katholieke gemeente was aangedrongen op meer ruimte voor het begraven van katholieken. Daaruit voortkomend heeft het bestuur van de begraafplaats sinds haar ontstaan altijd bestaan uit vertegenwoordigers van Rooms-Katholieke parochies in Hilversum.
De begraafplaats telt 3000 graven, waarin sinds de ingebruikname van de begraafplaats meer dan 9500 mensen begraven zijn. De St. Barbara is ook de laatste rustplaats van een aantal bekende Hilversummers, waaronder circusfamilie Strassburger en burgemeester J.A.G.M. van Hellenberg Hubar. Opvallend zijn de priestergraven, de rij identieke graven van de Zusters Franciscanessen uit klooster Nazareth in Oirschot, en het oorlogsgraf. Ook is er een plek voor de pastoors en zusters die vanuit de toen geruimde St. Annabegraafplaats en begraafplaats ‘Gedenkt te Sterven’ op de St. Barbara zijn herbegraven.
Sinds 1960 beschikt de begraafplaats over een kapel op het terrein, waar diensten en condoleances plaatsvinden en welke op werkdagen geopend is voor het branden van een kaarsje of een moment van rust.